*Over wol enzo.

Gekaarde wol
De wol die bij het prikken het meest gebruikt wordt is schapenwol. Er zijn verschillende schapenrassen. De een heeft fijne en zachte wol en de ander weer dikke stevige en stugge wol. Weer andere soorten geven hele mooie krullen.

Een bergschaap kan diverse kleuren hebben van wit tot donker bruin.

Fijne zachte wol word aangegeven in microns en komt het meest van het merino schaap. 19 of 21 micron. Dit schaap heeft dunnere haren en is daarom zachter en prettig om op de huid te dragen. Deze wol word onder anderen veel voor kleding, sjaals en sieraden gebruikt.

Grove wol heeft dikkere haren, en heeft dus een hoger micron, 25 tot 35. staat uit en kriebelt meer op de huid. Daarom wordt deze meer voor wandkleden en objecten enzovoort gebruikt.

KaardeplankKaardeplankclose-up-kaardemolen

Kaarden
Als het schaap geschoren is wordt de wol gewassen, gekaard en eventueel gekleurd.

Het kaarden (kammen) van de wol gebeurt door twee of meerdere molens, groot of klein in tegengestelde richting over elkaar te laten draaien.  Hier zitten grof of fijn gekromde ijzeren pennen op, die de wol uit elkaar trekken en de haren in dezelfde richting leggen.

Uit de kaardemolen komt een zogenoemd vlies, een kaardevlies of wolvlies.

1893Tot 1893 werd de grote kaardenbol gekweekt om met de hoofdjes van de  plant de wol te kammen vandaar de naam van de Kaardemolen.
(Dipsacus fullonum) Kaardebol

Lontwol

Lontwol, en daar bedoel ik de merino lontwol mee is fijne zachte wol die in lange strengen gekaard word. Dit gebeurt met een kaardemolen die fijnere en dichter bij elkaar staande pennen heeft dan die voor grove wol gebruikt wordt. Deze wol wordt het meest bij natvilten gebruikt.

Viltnaald houder
De viltnaald is een naald waar weerhaakjes aan zitten. Deze weerhaakjes nemen de wol wel mee, maar niet mee terug. Als je heel veel prikt krijg je dus een geheel.

Wolprikken wordt ook wel droog- of naaldvilten genoemd. Je hebt hierbij geen water en zeep nodig om er een geheel van te maken.

De viltnaald komt uit de tapijtindustrie. Daar gebruiken ze grote bedden vol naalden die op en neer gaan. Op de rug van het tapijt komt een soort rubberlijm die de vezels aan de onderkant vastlijmt en het tapijt stroef maakt. De vrouw van een tapijtfabrikant kwam op het idee om een viltnaald voor creatieve doeleinden te gebruiken. Eén van de pioniers van het wolprikken is Brigitte Knag Hansen uit Denemarken. via haar boeken heb ik mij het naaldvilten eigen gemaakt.

De grofte van de naalden wordt uitgedrukt in gauges. Hoe lager de gauges hoe grover de weerhaakjes aan de viltnaald. Hoe hoger de gauges hoe fijner de weerhaakjes aan de viltnaald.

close-up-viltnaalden

De grove naald gebruik je bij de basis van je werkstuk. Aan deze grove naald zitten de weerhaakjes verder uit elkaar en zijn groter waardoor je meer wol meeneemt en dieper weg prikt. Je kunt de weerhaakjes ook duidelijk met het blote oog zien. Als je een grove naald in een meerviltnaaldhouder wilt gebruiken, moeten de naalden verder uit elkaar staan anders krijg je te veel weerstand en breken de naalden sneller af. Bij de grove naald blijven ook duidelijk de prikgaatjes achter. (dikte 32 gauge)

De middelfijne naald word gebruikt voor het modeleren van de vorm en de grovere details. deze naald word veel gebruikt.  De middelfijne naald is ook geschikt voor de meerviltnaaldhouder omdat hij in tegenstelling tot de grove naald minder wol meeneemt en je ziet minder de prikgaatjes. (dikte 40 gauge)Meerviltnaald houder

De fijne naald is voor het oppervlakte werk.
Zeer geschikt voor het oppervlakkige werk,  (dikte 43 gauge)

De 4 -zijdige naald heeft 4 ribben met weerhaakjes ook wel een sternaald genoemd. De weerhaakjes van de naald zitten bij de punt je hoeft dus niet diep te prikken. ze is er fijn voor het afwerken van je viltwerk (dikte 38 gauge)

De reverse naald. (middel en grof) In het Nederlands, ’terugtreknaald’. Deze naald neemt de wol niet mee naar binnen maar trekt de wol er uit. Als je bijvoorbeeld een beestje maakt en je gebruikt de reverse naald als het beestje klaar is. Kun je een vachtje maken. Maar gebruik dan wel voor de binnen kant van het beestje de kleur wol die je aan de buitenkant wil zien. Je haalt dus de binnenkant naar buiten. Hij is ook erg mooi te gebruiken als je de kleuren in elkaar over wil laten lopen. (dikte 32 en 40 gauge)

In de twisted viltnaald zit een draaiing bij punt van de naald deze geeft daarom ook minder weerstand bij het prikken. De weerhaakjes zitten op de gedraaide ribben. Je gebruikt dus de gehele doorsnee van de naald  (dikte 40 gauge)

Viltnaaldhouders. Je hebt houders voor 1, 3, 4, 6, en 9 naalden ik heb er zelfs 1 voor 12 maar dat zijn zo veel naalden die wol mee moeten nemen dat je pols en schouder overbelast raken. Dit vind ik ook bij de houder voor 9 naalden. de naaldhouder voor 4 vind ik zelf niet prettig omdat ik er minder mee kan ‘sturen’. Voor het hele grove werk is hij misschien fijn maar dan kan je net zo goed die van 6 gebruiken. in de houder voor 6 kun je natuurlijk ook 2 of 4 doen, wat je maar prettig vind. De naaldhouder voor 3 naalden gebruik ik erg veel omdat je daar goed mee kan ‘sturen’ en ’tekenen’.

Prikondergrond. Zelf gebruik ik schuimrubber prikmatjes. Kijk hiervoor ook even onder PrikPlank. Je kunt ook van zachte stof of jutte een zakje maken waar je ongekookte rijst in doet. is lekker stevig om op te prikken. De viltnaalden slijten wel sneller.